De godin van de Waarheid
Geen godin in Egypte was zo belangrijk als de godin van de Waarheid. Met haar karakteristieke veer op haar hoofd siert zij diverse muren. In sommige afbeeldingen zien we de koning zelfs een miniatuur van haar presenteren. De Egyptenaren noemden deze godin Maät. Maar wie nu denkt dat Maät een echte godin is heeft het mis. Maät is een personificatie. Waarom was Maät zo belangrijk? Wat was haar rol en betekenis voor mensen?
Personificatie
Personificatie wil zeggen dat een begrip als ‘Waarheid’, ‘het Lot’ of ‘de Overwinning’ wordt uitgebeeld door middel van een menselijke figuur. Met personificatie zijn wij niet meer zo vertrouwd, maar in oude tijden was dit heel gebruikelijk. Personificatie kennen wij vaak alleen nog van kalenders, waarin vrouwen uitgedost met bloemen, vruchten of omringd door vogels of besneeuwde takken, de lente, de zomer of een ander jaargetijde voorstellen.
En soms herkennen we personificatie nog in beelden. Vrouwe Justitia met de weegschaal is misschien wel de meest bekende. Wij begrijpen dat dit geen godin is, ook al wordt zij als vrouw uitgebeeld. We weten dat zij de rechtspraak zelf uitbeeldt.
Precies zo is het met Egyptische goden. Veel goden zijn niets anders dan personificaties. Ook Maät is een personificatie. Zij is geen godin in de betekenis van een afzonderlijk wezen zoals mensen en dieren dat zijn. De Egyptenaren wisten dat zij de structuur van de natuur voorstelt: de Waarheid zelf. Maät wordt ook wel de Natuurwet of de Kosmische orde genoemd. En tegelijkertijd verbeeldt zij Rechtvaardigheid. Maät verbeeldt de Harmonie van de kosmos, het fundament waarop al het leven is gebaseerd. Al deze begrippen die zij vertegenwoordigt zijn zo nauw met elkaar verweven, dat er eigenlijk geen onderscheid in gemaakt kan worden. Hoe al deze aspecten in elkaar grijpen zullen we in dit artikel bekijken.
Vederlicht
Hoewel Maät de zuivere Waarheid voorstelt, wordt zij nooit naakt uitgebeeld. Egyptische goden waren altijd gekleed, op de god Min en enkele uit het buitenland geïmporteerde goden na. Zij wordt als vrouw uitgebeeld omdat Maät in de Egyptische taal een vrouwelijk woord is.
Het teken waaraan je Maät kunt herkennen is de veer met de gekrulde top. Meestal draagt Maät deze veer op haar hoofd, maar soms wordt Maät enkel als veer uitgebeeld (afbeelding 2).
De Egyptenaren kozen niet zomaar een veer voor Maät, maar de veer van een struisvogel. Deze vogel is niet alleen de grootste vogel van Afrika, waardoor hij van zichzelf al imposante veren heeft, maar er is nog iets bijzonders aan zijn veren. In tegenstelling tot veren van andere vogels kleven de haartjes van de struisveer niet aan elkaar. Daardoor zijn ze nog lichter en luchtiger dan andere soorten veren.
Netwerk
Maar wat is Maät precies? Volgens de Egyptenaren komen alle wezens voort uit hetzelfde oneindige levensbeginsel. In hun diepste kern zijn zij daarom één. Niet alleen mensen, dieren en planten zijn levende wezens, maar ook planeten, sterren en mineralen zijn, volgens de Egyptenaren, levend. Al deze wezens staan op een ander ontwikkelingsniveau, maar zijn even waardevol. Elk wezen, op welk niveau hij ook staat, is op weg om steeds meer van de oneindige mogelijkheden die in hem besloten liggen te ontwikkelen. En al deze wezens vormen met elkaar een groot netwerk, opgebouwd uit wederzijdse samenwerking. Geen enkel wezen kan zonder andere wezens bestaan. Ons lichaam bijvoorbeeld, is opgebouwd uit levende cellen en micro-organismen. Deze cellen en micro- organismen zijn op hun beurt opgebouwd uit mineralen, uit nog kleinere deeltjes. Dankzij deze samenwerking kunnen wij ons lichaam vormen en ervaring opdoen in de wereld. Wij, op onze beurt, geven deze kleine wezens een plaats en geschikte atmosfeer om te leven zodat zij op hun eigen niveau ervaring kunnen opdoen en kunnen groeien. En precies zoals de kleine wezens ons lichaam vormen, zo vormen wij, samen met de dieren, planten en mineralen de bouwstenen van het lichaam van onze planeet. De aarde is vervolgens weer een onderdeel van het zonnestelsel dat weer een onderdeel is van een sterrenstelsel. En dit sterrenstelsel is een onderdeel van een nog groter stelsel. Zo leeft elk wezen binnen de sfeer van een ander wezen. Alle wezens ondersteunen en helpen elkaar op deze manier. De natuur is zo gebouwd dat elk wezen de ruimte krijgt om zich te ontplooien en zijn unieke kwaliteiten in te zetten ten gunste van het geheel. En dit is de structuur van de natuur, de Kosmische Harmonie: Maät.
Zoals de structuur van de natuur is opgezet, zo zou, volgens de Egyptenaren, ook de ideale samenleving eruit moeten zien. Wanneer Maät wordt uitgeoefend zet iedereen zijn kwaliteiten in, afgestemd op het geheel, zoals musici in een symfonie. Geen enkel wezen is hetzelfde. Iedereen is uniek en heeft een specifieke combinatie van kwaliteiten waarmee hij iets kan doen dat niemand anders op die manier kan. Ieder draagt iets waardevols in zich dat in niemand anders in die vorm te vinden is. Dat maakte het leven magnifiek. Daardoor kon je elkaar aanvullen en van elkaar leren.
Volgens Maät leven betekende oprecht en eerlijk zijn, genereus en behulpzaam. ‘Ik was oprecht van hart, onpartijdig en betrouwbaar,’ zegt Wennofer. Het betekende rechtvaardig en vriendelijk zijn en voor elkaar zorgen. Biografische teksten geven aan dat mensen brood en kleding gaven aan mensen die het niet hadden, dat ze zorgden voor een overtocht voor mensen die geen vervoer hadden, dat ze de weduwe hielpen die geen man meer had. Het betekende ook dat ze elkaar ondersteunden op andere vlakken van het leven. Egyptenaren vertellen dat ze troost en bescherming boden wanneer dat nodig was, dat ze opkwamen voor de onderdrukten en hun kennis met elkaar deelden.
Goden
Toch ging het nog niet altijd even goed. Mensen waren aan het leren om volgens Maät te leven. Zo zegt de zonnegod: ’Ik maakte elk mens gelijkwaardig aan zijn buurman. Ik heb hen niet opgedragen kwaad te doen, maar het waren hun harten die niet gehoorzaamden aan wat ik zei.’[i] Het was hun eigen vrije wil om niet altijd volgens Maät te handelen.
Goden, nu in de betekenis van wezens die verder zijn ontwikkeld dan mensen, leven altijd volgens deze harmonie. Zij leven ‘van’ en ‘door’ Maät, zoals de Egyptenaren dit uitdrukken. Zij worden daarom regelmatig afgebeeld op een schuin aflopend voetstuk (afbeelding 4). Op het eerste gezicht lijkt dit voetstuk niets meer dan een sokkel voor een beeld, maar bij de Egyptenaren heeft alles een betekenis, zelfs een sokkel. Het schuin aflopende voetstuk is een hiëroglief en een teken voor Maät (afbeelding 5).
[i] Sarcofaagtekst 1130
Vreugde en geluk
Volgens Maät handelen is, volgens de Egyptenaren, het meest natuurlijke dat er is. Het maakt je hart licht en ruim en vult het vol vreugde. Maät uitdrukken is ‘een grote vreugde voor het hart’, zeiden de Egyptenaren. Dit gaven zij ook visueel weer. De hanger in afbeelding 6 bestaat uit twee hiërogliefen, een hart (ib) en een ander teken (aw). Samen is dit aw-ib en het betekent ‘vreugde’. Letterlijk betekent het ‘wijd’ of ‘ruim zijn van hart’.
Net als in onze uitdrukkingen waarin het hart een rol speelt, heeft het hart in Egyptische uitdrukkingen ook verschillende betekenissen. In de uitspraak van de zonnegod waarin hij vertelt dat het hart van de mensen niet naar hem luisterde, betekent ‘hart’ de vrije wil van de mens. De uitdrukking ‘je hart volgen’ daarentegen, betekent in het oude Egypte dat je handelt in overeenstemming met Maät. Het hart is volgens de Egyptenaren ‘de god in de mens’. De aanwijzingen van je hart zijn, volgens de Egyptenaren, een goede leidraad in je leven. Een hoger deel van het bewustzijn (het goddelijke in het hart) beseft de eenheid van alle wezens. Dit deel leeft van nature volgens waarheid en rechtvaardigheid. Daarom vertegenwoordigt Maät ook de zuivere, ware natuur van elk wezen.
Wanneer je dingen onderneemt die in lijn zijn met deze kosmische harmonie, volg je de flow van de natuur en krijg je deze krachten mee. Wie volgens Maät leeft ‘kan grootse dingen tot stand brengen,’ zeiden de Egyptenaren.
Band met Thoth
Maät is nauw verbonden met Thoth. Hij wordt meestal weergegeven als een ibis of als een mens met een ibishoofd. Net als Maät is Thoth een personificatie. Hij verbeeldt wijsheid en wijsheid bevindt zich binnenin de mens.
Thoth legde de wetten van Maät vast. Als fundament van de natuur doordringt Maät het hele universum. Dit is heel mooi uitgebeeld in afbeelding 7. Maät zit voor Thoth. Het beeld is zo gemaakt dat de lege ruimte tussen de vogel en de godin de veer van Maät vormt. Zo zijn de wetten van Maät altijd onzichtbaar aanwezig op de achtergrond.
De weegschaal van Maät
Maät en Thoth zijn ook samen te zien in één van de belangrijkste scènes uit het dodenboek (afbeelding 8). Deze scène verbeeldt de eerste fase die je, volgens de Egyptenaren, doorloopt na de dood. Het hart van de mens wordt gewogen ten opzichte van Maät. Op de ene schaal van de weegschaal ligt het hart van de mens en op de andere schaal de veer van Maät. Wanneer ‘zijn hart vol Maät is’, wanneer zijn hart zo licht is als haar veer, kan de mens door naar Osiris. Op dit speciale moment kijkt de mens terug op zijn leven. Hij bekijkt al zijn handelingen en weegt ze zorgvuldig af. Waren ze in overeenstemming met Maät? Wat was goed en wat kon beter? Dit levert een schat aan inzichten op.
Thoth ziet de verbanden tussen handelingen en hun gevolgen. Dit deel in het bewustzijn van de mens ziet wat de oorzaken zijn van bepaalde gebeurtenissen in zijn leven. Hij ziet de samenhang.
Hij ziet de logische opeenvolging van de gedachten die hij had en de keuzes die hij daardoor maakte, de acties die hij vervolgens ondernam en de gebeurtenissen die daar weer uit voortkwamen. Zo overziet hij het lot dat op zijn pad kwam. Hij ziet ook de gevolgen die zijn handelingen zullen krijgen in de toekomst. ‘Ik ben Thoth die de dag van morgen voorspelt en de toekomst bepaalt, van wie de handeling niet teniet kan worden gedaan,’[i] zegt Thoth. Handelingen kunnen niet worden uitgewist. De gevolgen daarom ook niet. De toekomst is daardoor in dat opzicht voorspelbaar. Dit heeft betrekking op alle gevolgen, op de aangename en minder aantrekkelijke. Op elke handeling volgt een overeenkomstige reactie waar je later mee wordt geconfronteerd. De actie keert terug naar de dader, volgens de Egyptenaren. Resultaten komen vaak al tijdens je leven. Zo zegt Nefer-Sechem-Ra: ‘Ik handelde goed en juist, want ik wilde dat het mij goed ging onder de mensen.’
[i] Dodenboek 182
Thoth tekent alle daden op van de mens, precies zoals ze zijn. Hij is ‘de bekwame schrijver, wiens handen zuiver zijn’ en ‘die schrijft wat waar is.’[i] Alles wat je doet of denkt laat een indruk na in het bewustzijn. Thoth is degene die ‘echt nauwkeurig is tegenover de goden die een zaak beoordelen zodat deze kan blijven bestaan.’[ii] De inzichten die iemand op dit moment opdoet, zijn van blijvende waarde. Ze kunnen worden verwerkt zodat ze in het bewustzijn kunnen inzinken. Als gegroeid karakter neemt de mens ze met zich mee naar een volgend leven. Ook daarover geven tekst en beeld aanwijzingen. Thoth noteerde niet alleen de uitslag bij de weegschaal, maar schreef ook het lot van de mens op zijn geboortesteen. De geboortesteen bestaat uit twee stenen waartussen Egyptische vrouwen hun kinderen baarden. Het is de plek waar een kind voor het eerst de aarde raakt. Deze steen vertegenwoordigt de plaats en dus de levensomstandigheden waarin je terechtkomt. Daarom werd de geboortesteen een symbool voor het lot van de mens. In afbeelding 8 is deze geboortesteen direct onder de weegschaal te zien.
[i] Dodenboek 182
[ii] Dodenboek 182
Doordat alle wezens in hun diepste kern Eén zijn en met elkaar zijn verbonden, werken de wetten van Maät. Alle wezens ontwikkelen zich. Doet iemand iets opbouwends ten gunste van het welzijn en de harmonieuze ontwikkeling van alle wezens, dan volgt harmonie. Niet alleen op het geheel, maar ook naar zichzelf. Werkt hij de harmonieuze groei tegen, dan volgt ook een reactie, nu één die de veroorzaker zelf uit balans brengt. Op deze manier kan de harmonie zich herstellen. Maät is daarom als kosmische harmonie ook rechtvaardigheid. De veroorzaker kan zelf ook weer van deze reactie leren, zodat dit uiteindelijk ook in zijn voordeel is.
Begrip
Dit moment bij de weegschaal bestaat uit objectief kijken en waardevolle conclusies trekken. Het is niet een veroordeling. Wie verbanden ziet, heeft begrip. Hij weet dat alle wezens een pad van ontwikkeling volgen. Niemand is perfect en ook hijzelf is lerend. De weegschaal van Maät toont een innerlijk proces waarin de Egyptenaar terugkijkt en conclusies trekt.
Rechtspraak
Ook rechters moesten in Egypte volgens Maät oordelen. Zij moesten iemand eerlijk behandelen, onpartijdig zijn en niemand voortrekken. Kenden ze iemand dan moesten ze hem precies zo behandelen als iemand die ze niet kenden. Ook maatschappelijke posities mochten geen rol spelen. Rechmire vertelt dat hij ‘belangrijke en onbelangrijke mensen gelijkwaardig behandelde.’ Met belangrijke mensen wordt in deze context bedoeld mensen die een hoge positie in de maatschappij bekleedden.
Goed oordelen was een kunst. ‘Ik sprak recht tussen twee boze mannen, zodat beiden tevreden heengingen,’ zegt Anhoermose. ’Ik kalmeerde twee ruziënde broers, zodat ik hun woede verdreef met mijn uitspraak,’ vertelt hij.
Natuurlijk moest je de dader niet zijn gang laten gaan. Maät was niet alleen goed doen maar ook onrecht niet toelaten. ‘Ik weerhield de hebzuchtige,’ zegt Rechmire. ‘Ik stopte de woedende man.’
Maar of dit nu bij een rechtszitting plaatsvond of in het dagelijkse leven, het werd afgeraden om kwaad met kwaad te vergelden, om terug te slaan. Het zijn, volgens Ptahhotep, de universele wetten van Maät die blijvend zijn en de gevolgen bepalen. De innerlijke wetten van de natuur zorgen er vanzelf voor dat de boosdoener eens terugkrijgt wat hij heeft veroorzaakt. Dit gaf ook innerlijke rust. ‘Leef daarom temidden van vrede’, raadt Ptahhotep aan. Vroeg of laat volgt vanuit de natuur een reactie.
Wel was het belangrijk om de dader inzicht te geven. Een tekst raadt aan om niet op hetzelfde niveau als de boosdoener te reageren, ‘om niet te handelen als zijn soort’, maar vanuit een hoger perspectief. Door hem te helpen een visie op te bouwen van Maät, van eerlijkheid, samenwerking en rechtvaardigheid, kan hij zijn fouten inzien.[i] Zo kan hij weer verbinding krijgen met zijn innerlijke kern, waar Maät is, en zichzelf vrijwillig verbeteren.
[i] Instructie van Amenemope
Justitia Maät stelt de pure Waarheid en Rechtvaardigheid voor en niet, zoals Vrouwe Justitia, de door mensen gemaakte wetten. Deze zijn nooit perfect. Op zijn best proberen ze de innerlijke wetten zoveel mogelijk te benaderen. Toch zijn de wortels van Vrouwe Justitia bij deze natuurwet te vinden. Haar herkomst ligt bij de Romeinse mythologie. Justitia, letterlijk ‘rechtvaardigheid’ in het Latijn, was de godin van de Rechtvaardigheid. Ook zij was een personificatie. De Romeinen namen haar over van de Griekse godin Themis. Net als bij de Egyptenaren is zij de godin van de Rechtvaardigheid, Waarheid en goddelijke orde.
Themis speelde ook een rol in het orakel van Delphi waar ze was betrokken bij voorspellingen. Dat laatste is niet onlogisch als je bedenkt dat op elke actie een overeenkomstige reactie volgt. Daardoor kun je van te voren bedenken wat eens op je pad komt. Themis draagt meestal een scepter of een zwaard en altijd de weegschaal. De oude Grieken waren er zelf van overtuigd dat de oorsprong van hun godenfiguren in Egypte lag. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat Themis met haar weegschaal teruggaat op de Egyptische Maät. De veer is verdwenen, maar haar weegschaal is tot op de dag van vandaag in sculpturen te zien.